02 februari 2011

Respect voor de digisauriër

Eerder deze week twitterde ik met instemming over een post van Tom Webster op Brandsavant.com over de 'social media gap'. Vijf procent van de Amerikanen is actief gebruiker van social media (met uitzondering van Facebook, maar dat is een ander verhaal). Dat betekent NIET per definitie, zegt Webster, dat de andere 95% 'het niet begrijpt'. Er is vast een deel dat voordeel of plezier zou kunnen halen uit een intensiever gebruik van social media, maar er is ook een deel voor wie Twitter (of Foursquare, of Delicious, of vul maar in) gewoon te weinig toegevoegde waarde heeft. Het is de moeite niet waard, het is onpraktisch of het is zelfs gevaarlijk.

De eerste keer dat ik me bovenstaande realiseerde was toen ik, ruim een jaar geleden, met Lykle een verhaal over social media hield voor de politie Haaglanden. De politie als organisatie gebruikte wel social media, maar de individuele medewerkers deden juist hun best om online behoorlijk onvindbaar te zijn. Geen Linkedin-profiel waar al je (ex-)collega's voor het oprapen liggen, geen Hyves-pagina's met foto's van de kinderen, geen Marktplaats-advertenties met 06-nummers en privé-mailadressen. Eigenlijk ook wel logisch, als je erover nadenkt. Dus we hadden een interessante discussie over de spanning tussen transparantie en veiligheid, en tussen kansen en risico's.

Het afgelopen jaar heb ik meerdere lezingen over social media bijgewoond, en het verloop is vaak hetzelfde. Een mooi verhaal, met vuur verteld en ondersteund met mooie plaatjes en flimpjes. Netjes gepresenteerd in Prezi, op de Macbook. Goed laten zien wat er allemaal mogelijk is met social media, maar ook met andere online tools. Wist je dat je met alle foto's van de Notre Dame die op Flickr staan een volledig 3D-beeld van de kathedraal kan maken? Goh, tjongejonge. En toch ontstaat er meer scepsis dan enthousiasme, omdat de spreekster niet duidelijk kan maken op welke manier de toehoorders, of hun klanten, blijer, succesvoller of gelukkiger worden van dit alles. Als bij een vrijgemaakte dominee is het belangrijkste argument dat het slecht met je afloopt als je de boodschap negeert.

Heel veel mensen gebruiken de telefoon voornamelijk om te bellen, en zijn daar heel tevreden mee. Winkeliers zweren nog steeds bij folders en huis-aan-huisbladen voor hun advertenties. Transfercontracten in de Bundesliga gaan per fax (al is dat misschien geen goed voorbeeld). Voor alle zelfbenoemde social media experts wordt het nu langzamerhand tijd om op te houden met evangeliseren en roepen dat alles anders wordt. Op te houden met deze mensen in de eerste plaats te zien als digisauriërs.

Als je nou eens veronderstelt dat ze goede redenen hebben om te doen wat ze doen, en te laten wat ze laten, kan je dan niet veel waardevoller adviezen geven?

14 januari 2011

Wat we van banken kunnen leren

Het is mijn grote droom om ooit nog eens een bank op te richten. Geld lenen tegen twee procent en het weer uitlenen tegen tien procent, daar moet zelfs ik geld mee kunnen verdienen. Zeker als je bedenkt dat de banken alles, maar dan ook alles wat ze doen om jouw geld voor twee procent rente te mogen bewaren, apart in rekening brengen. Je betaalt voor het gebruik van je bankpas, je creditcard, je betaalt om geld op te nemen, te storten, over te maken of om te wisselen, je betaalt zelfs om te mogen internetbankieren en dus werk te doen dat de bank vroeger zelf deed. Kortom: banken zijn geniaal in geld verdienen en zouden een grote bron van inspiratie moeten zijn voor alle ondernemers.

Neem bijvoorbeeld de supermarkten. Waarom is het gebruik van die boodschappenkarretjes gratis? Is die service dan niets waard? Die karren hebben toch geld gekost? En de bonuskaart, daar kan je ook wel geld voor vragen. Administratiekosten. Er staan genoeg aanbiedingen tegenover. Zelfscannen, nog zo iets. Daar hebben klanten best geld voor over, als je de rij aan de normale kassa's maar lang genoeg laat worden.

Ben je restauranthouder, dan zijn de mogelijkheden misschien nog wel groter. Wilt u bestek bij uw eten? Een glaasje water? Het kaarsje aangestoken? Het toilet gebruiken? Dat is dan 1 euro. Waarom niet? Het kost ons toch ook geld?

Nee, dat werkt natuurlijk niet. Restaurants komen daar niet mee weg. Zelfs supermarkten niet. Banken kunnen het doen door een paar belangrijke karakteristieken van de markt waarin ze zich bevinden: een beperkt aantal aanbieders, een homogeen product, een vrij hoge drempel voor de consument om van leverancier te veranderen en hoge toetredingsdrempels voor nieuwe concurrenten. Al die kenmerken bij elkaar maken dat je het een behoorlijke tijd behoorlijk veel slechter moet doen dan de concurrentie voordat je door de markt wordt afgestraft. En de andere kant op: de klant meer waar voor zijn geld geven levert je pas op de lange termijn een groter marktaandeel op. En dan nog alleen als de anderen je niet na-apen. Doen ze dat wel, dan is het enige gevolg van je actie dat je allemaal minder verdient. Veel downside, weinig upside, dus waarom zou je.

Dus daarom wil ik ooit nog eens een bank hebben. Of een telco. Of een energiebedrijf. Ik wil ook wel eens makkelijk geld verdienen.

21 december 2010

23 november 2010

Freek en de culturele kaalslag

Waarom gaan mijn haren overeind staan van die mensen die nu luidkeels protesteren tegen de 'culturele kaalslag'? Waarom vind ik dat het kabinet groot gelijk heeft met zijn plannen om flink te bezuinigen op subsidies aan de cultuursector?
Ik heb niets tegen cultuur. Ik lees graag boeken, luister muziek en kijk films. Soms ga ik naar een museum. Heel soms ga ik naar het theater. (Niet zo vaak, want in Assen hebben we geen theater.) Dus daar ligt het volgens mij niet aan.
Nee, als ik erover nadenk, zijn er twee dingen waar ik me aan stoor:

  1. Het eerste is de vanzelfsprekendheid waarmee de protesteerders de overheid, dus de belastingbetaler, dus andere mensen dan de gebruikers/bezoekers/consumenten, willen laten meebetalen aan de productie van cultuur. Er zijn voorstellingen waar de subsidies tachtig procent van de begroting uitmaken, en de kaartverkoop twintig. Er zijn ook festivals die in drie kwartier uitverkocht zijn, maar die toch subsidie krijgen. Volgens mij ligt de bewijslast voor de noodzaak van die subsidies in beide gevallen bij de cultuurproducenten. In het eerste geval: waarom moeten de niet-bezoekers zo veel meebetalen aan het genot van de wel-bezoekers? Wat zijn de positieve externe effecten van de zoveelste uitvoering van een symfonie van Mahler of een opera van Mozart? En in het tweede geval: waarom moeten niet-bezoekers meebetalen aan het genot van de wel-bezoekers die zo gelukkig waren om een kaartje te bemachtigen tegen een kunstmatig lage prijs?
  2. Het tweede waar ik me aan stoor is het verbale geweld van de protesteerders. Het kabinet wordt weggezet als 'het kabinet Tokkie I' (Soheila Najand, directeur Interart Arnhem, tijdens het DwarsDiep Debat op 26 september in Groningen), de bezuinigingen heten 'culturele kaalslag' of zelfs een 'moordaanslag op de cultuur'. Er worden argumenten bijgesleept waarvan de protesteerders hopelijk zelf ook wel snappen dat ze nergens op slaan. Een bedrag van 220 miljoen euro is tegelijk 'absurd hoog' en tegelijk 'maar een fractie van wat het kabinet wil bezuinigen'. De subsidies (jaarlijks terugkerende overdrachtsuitgaven) worden vergeleken met 'een paar kilometer snelweg' (investering voor tientallen jaren). En grootverdieners Giel Beelen en Freek de Jonge mogen een avond lang op de publieke omroep doen alsof de beschaving op het spel staat.
Maar waar ik me het meest aan stoor is het onderliggende superieure toontje. Wij zijn beschaafd, jullie niet. Wij zijn cultuurdragers, jullie barbaren. Wij zijn wereldburgers, jullie provincialen. Dat toontje is precies wat de cultuurschreeuwers de das om zal doen, trouwens. Wat dat betreft had het kabinet zich geen betere ambassadeur kunnen wensen dan Freek de Jonge. Nergens krijg je de gewone hardwerkende Nederlander meer mee op de kast dan met Freek de Jonge. Als hij ergens voor is, dan zijn zij ertegen. En andersom. De gewone man weet nu dus zeker dat bezuinigen op cultuur een heel goed idee is.
Freek is het feilloze morele kompas van wakker Nederland.

22 september 2010

Weg met de bakfietssubsidie

Ik begrijp best dat het vervelend is als de opvang voor je kinderen opeens flink duurder wordt. Je had plannen gemaakt op basis van andere verwachtingen, en die plannen zijn niet zonder kosten of moeite te veranderen.

Maar laten we wel wezen: het subsidiëren van kinderopvang slaat nergens op. Er is geen goede reden te bedenken waarom bijvoorbeeld mijn vriendin Sascha, bewust kinderloos onderneemster, via de belastingen mee moet betalen aan de kinderopvang voor tweeverdieners. Kom op zeg, het leven is keuzes maken en keuzes hebben consequenties.

Toen ik gisteren via Twitter zoiets riep, kreeg ik twee redenen terug waarom kinderopvang macro-economisch gezien het subsidiëren waard zou zijn. De eerste is dat de arbeidsparticipatie omhoog moet. Vrouwen moeten werken. De tweede is dat we kinderen nodig hebben, om als wij bejaard zijn onze AOW te betalen en onze doorligplekken te verzorgen. Vrouwen moeten baren. Beide redenen zijn onzin.

Een hogere arbeidsparticipatie klinkt mooi, maar is economisch gezien geen doel op zich. Het gaat om de extra belastingen en premies die al die werkende vrouwen opbrengen. Dus bij het subsidiëren van kinderopvang geven we belastinggeld uit, laten we zeggen een bedrag X, om een extra belastingopbrengst Y te genereren. Dat kan uit alsY groter is dan X. Dus: een vrouw kan een baan krijgen voor bruto €1500, netto €1000 per maand, maar dat kost haar €1000 aan kinderopvang, dus dat doet ze niet. Nu zet je er €100 subsidie tegenaan en hoppa: werken wordt lonend, er ontstaan per maand €500 extra belastingopbrengsten en €100 extra netto inkomsten voor het gezin, en dat alles voor maar €100 subsidie.

Helaas: zo liggen de verhoudingen niet. Als mijn partner bruto €3.000 per maand verdient en ik kan een baan krijgen voor €1500 bruto, en de maandelijkse kosten van kinderopvang bedragen €1040 (een kind onder de vier, vrijwel voltijds), dan krijgen we daarvan in 2010 €723 terug van de belastingdienst, betalen we zelf €313 en houden we netto ruim €2700 besteedbaar inkomen per maand over. En de overheid creëert ongeveer €500 extra belastingopbrengst met €723 subsidie. Dat kan niet uit.

Als ik twee keer zo veel kan verdienen en twee kleine kinderen heb zijn de getallen nog veel duidelijker. Kijk maar eens op de handige kinderopvangtoeslagcalculator. Kortom: de subsidie komt voor een groot deel terecht bij mensen die het niet nodig hebben en bovendien kost het meer dan het aan extra belastingen en premies oplevert.

Het is soms waar dat de vrouw die tijdelijk stopt met werken niet alleen gedurende die periode, maar ook de rest van haar loopbaan minder zal verdienen en dus minder belasting op zal leveren. Maar dat is zeker geen wetmatigheid; het geldt vooral voor hoger opgeleiden. Met kinderopvang doet een vrouw in die gevallen een investering in haar toekomstig verdienvermogen, net als bij een studie. En net als bij een studie is een leenmogelijkheid daarvoor de juiste oplossing, niet een subsidie.

Het argument dat we de kinderen nodig hebben om de bevolkingspyramide een beetje in evenwicht te houden is op zich wel waar, maar dan kan je beter de kinderbijslag en de kindertoeslag verhogen en/of een intelligenter, meer arbeidsmarktgedreven, immigratiebeleid voeren.

De kosten van het subsidiëren van kinderopvang zijn de afgelopen vijf jaar met ruim twee miljard gestegen. Twee miljard die grotendeels overgeheveld wordt naar tweeverdieners die het niet nodig hebben. Voor alleenstaande ouders zou je een uitzondering kunnen maken, maar voor de rest: weg ermee, met die babboebakfietssubsidie.

15 juni 2010

Hoe lang moet ik nog zitten?

Wat me altijd verbaast als het over de arbeidsmarkt gaat is dat 'vraag' en 'aanbod' helemaal los van elkaar gezien worden. De 'vraag', dat zijn de banen, de arbeidsplaatsen. De ontwikkeling daarvan volgt de economische conjunctuur en de technologische vooruitgang. Het 'aanbod', dat zijn de mensen, de werknemers. De ontwikkeling daarvan volgt de demografische trend en de sociaal-culturele veranderingen.

Dus als er te weinig banen zijn moet je de economie stimuleren en als er te weinig mensen zijn moet je zorgen dat vrouwen gaan werken en dat mensen doorwerken na hun 65ste. En verder moet het onderwijs zorgen voor een goede aansluiting tussen vraag en aanbod.

Heel logisch allemaal, maar voor mijn gevoel klopt er ergens iets niet. Als iemand die al bijna tien jaar in zijn eigen werkgelegenheid voorziet, vind ik dat aanbod en vraag, mensen en banen, iets met elkaar te maken moeten hebben. Werk en economische activiteit ontstaan doordat mensen (wie anders?) iets zinnigs gaan ondernemen. Toch?

Mensen en banen los van elkaar zien leidt tot een visie waarin anderen ('de overheid', 'het bedrijfsleven') ervoor verantwoordelijk zijn of ik iets zinnigs doe met mijn leven. Een visie waarin het normaal is om jarenlang "thuis op de bank zonder werk of studie" te zitten (letterlijk citaat). Waarom die slachtofferrol? Waarom zo afhankelijk? Hebben mensen geen andere opties in het leven dan zich als loonslaaf te verhuren of thuis op de bank te zitten? Beetje armzalig wereldbeeld …

10 juni 2010

Nu gas geven, Rutte!

Meer dan een kwart van de kiesgerechtigden kwam niet stemmen. De grootste partij haalt 31 zetels, dat is ruim 20% van de stemmen is 15% van de kiesgerechtigde bevolking. Voor de traditionele top-3 samen is dat 82 zetels, 55% van de stemmen en 41% van de kiesgerechtigden. Totale versnippering.

Ik hoorde Maurice de Hond vanochtend op de radio zeggen dat 45% van de mensen die drie jaar geleden ook een stem uitbrachten voor de Tweede Kamer, nu anders heeft gestemd. En datzelfde geldt voor de mensen die vorig jaar stemden voor het Europees Parlement: 45% stemde nu op een andere partij. Iedereen zweeft.

Premier Mark Rutte gaat straks regeren in de wetenschap dat 15% van de bevolking op zijn partij heeft gestemd, waarvan bijna de helft voor het eerst en waarschijnlijk ook bijna de helft voor het laatst. Hoe kan je serieus regeren, inclusief de benodigde impopulaire maatregelen, met zo'n mandaat?

Volgens mij is er maar een optie: hard insturen en gas geven in de bocht. We zitten in een crisis (of eigenlijk minstens drie). Als we doorsukkelen leveren we de komende dertig jaar serieus welvaart in. We kunnen nu nog kiezen voor hervormingen, maar dan zullen we moeten accepteren dat er hier en daar verworven rechten moeten worden ingeleverd en ook dat soms de uitkomsten onzeker zijn.

Als we iets hebben kunnen leren van Pim Fortuyn, dan is het dat het volk leiderschap wil zien. Nee, dat is niet eng. De kiezer wil daadkracht en visie zien, geen geneuzel op de vierkante centimeter. De kiezer wil best wat inleveren, als er maar een aantrekkelijk en geloofwaardig perspectief bijhoort. Dus, Mark Rutte, neem de moeilijke besluiten snel en krachtig. "Een drol moet je niet kauwen, die moet je slikken," zei mijn oude mentor Hans de Boer altijd. Voor de AOW ligt een prima plan op hoofdlijnen klaar van de sociale partners. Omarmen en door naar het volgende punt. Er liggen een paar knopen klaar om doorgehakt te worden omdat de huidige arrangementen onhoudbaar zijn (woningmarkt, zorg, energie) of omdat de bevolking het niet meer pikt (politie en justitie, immigratie, verkeer). Doorhakken en uitvoeren en dan niet meer gaan piepen als blijkt dat er ergens iemand een half procent op achteruit gaat.

Met wie kan je zoiets doen? Niet met het CDA, dat is de belichaming van het pappen en nahouden. Niet met de PVV, een reactionaire partij die terug wil naar een vroeger dat nooit bestaan heeft. Wel met D66 en Groen Links, die allebei hervormingspartijen zijn. Het grote vraagteken is de PvdA, voor mij toch een partij van beroepspolitici die vooral de mond vol hebben van "eerlijk delen" en verder weinig ambities hebben. En binnen de VVD zelf zitten natuurlijk ook best wat conservatieve krachten.

In de komende weken wordt de keuze gemaakt. Doorsukkelen (VVD, PvdA, CDA of VVD, CDA, VVD) of hervormen (Paars Plus). Ik weet wel waar de voorkeur van Rutte ligt. Nu snel Winsemius en Rottenberg aanwijzen als informateurs en snel zaken doen terwijl iedereen toch voetbal zit te kijken. Dan komt het misschien toch nog goed.