23 november 2010

Freek en de culturele kaalslag

Waarom gaan mijn haren overeind staan van die mensen die nu luidkeels protesteren tegen de 'culturele kaalslag'? Waarom vind ik dat het kabinet groot gelijk heeft met zijn plannen om flink te bezuinigen op subsidies aan de cultuursector?
Ik heb niets tegen cultuur. Ik lees graag boeken, luister muziek en kijk films. Soms ga ik naar een museum. Heel soms ga ik naar het theater. (Niet zo vaak, want in Assen hebben we geen theater.) Dus daar ligt het volgens mij niet aan.
Nee, als ik erover nadenk, zijn er twee dingen waar ik me aan stoor:

  1. Het eerste is de vanzelfsprekendheid waarmee de protesteerders de overheid, dus de belastingbetaler, dus andere mensen dan de gebruikers/bezoekers/consumenten, willen laten meebetalen aan de productie van cultuur. Er zijn voorstellingen waar de subsidies tachtig procent van de begroting uitmaken, en de kaartverkoop twintig. Er zijn ook festivals die in drie kwartier uitverkocht zijn, maar die toch subsidie krijgen. Volgens mij ligt de bewijslast voor de noodzaak van die subsidies in beide gevallen bij de cultuurproducenten. In het eerste geval: waarom moeten de niet-bezoekers zo veel meebetalen aan het genot van de wel-bezoekers? Wat zijn de positieve externe effecten van de zoveelste uitvoering van een symfonie van Mahler of een opera van Mozart? En in het tweede geval: waarom moeten niet-bezoekers meebetalen aan het genot van de wel-bezoekers die zo gelukkig waren om een kaartje te bemachtigen tegen een kunstmatig lage prijs?
  2. Het tweede waar ik me aan stoor is het verbale geweld van de protesteerders. Het kabinet wordt weggezet als 'het kabinet Tokkie I' (Soheila Najand, directeur Interart Arnhem, tijdens het DwarsDiep Debat op 26 september in Groningen), de bezuinigingen heten 'culturele kaalslag' of zelfs een 'moordaanslag op de cultuur'. Er worden argumenten bijgesleept waarvan de protesteerders hopelijk zelf ook wel snappen dat ze nergens op slaan. Een bedrag van 220 miljoen euro is tegelijk 'absurd hoog' en tegelijk 'maar een fractie van wat het kabinet wil bezuinigen'. De subsidies (jaarlijks terugkerende overdrachtsuitgaven) worden vergeleken met 'een paar kilometer snelweg' (investering voor tientallen jaren). En grootverdieners Giel Beelen en Freek de Jonge mogen een avond lang op de publieke omroep doen alsof de beschaving op het spel staat.
Maar waar ik me het meest aan stoor is het onderliggende superieure toontje. Wij zijn beschaafd, jullie niet. Wij zijn cultuurdragers, jullie barbaren. Wij zijn wereldburgers, jullie provincialen. Dat toontje is precies wat de cultuurschreeuwers de das om zal doen, trouwens. Wat dat betreft had het kabinet zich geen betere ambassadeur kunnen wensen dan Freek de Jonge. Nergens krijg je de gewone hardwerkende Nederlander meer mee op de kast dan met Freek de Jonge. Als hij ergens voor is, dan zijn zij ertegen. En andersom. De gewone man weet nu dus zeker dat bezuinigen op cultuur een heel goed idee is.
Freek is het feilloze morele kompas van wakker Nederland.