30 maart 2006

Meer schouderklopjes

Sinds ik twee maanden geleden met deze blog begon heb ik maar liefst 60 unieke bezoekers gehad, waarvan er vijf regelmatig terugkomen. Dat schiet natuurlijk niet op. Daarom maar eens rondgevraagd naar tips. Dat leverde het volgende op:

  1. Kortere posts schrijven. Meer dan een pagina van het scherm lezen doet niemand.
  2. Betere profilering. Voor wie schrijf je eigenlijk? Wat voor belangstelling wordt hier bevredigd?
  3. Schrijf vaker over waar je blij van wordt en minder vaak over waar je jeuk van krijgt. Je lijkt wel een brompot en een betweter, soms.
Dat lijken me wel zinnige tips. Om te beginnen heb ik een paar categorieën aangemaakt, zodat lezers sneller kunnen vinden wat ze interesseert (tip 2). Dat valt nog niet mee met blogger, en ik weet niet zeker of het altijd feilloos werkt. Het schouderklopje van vandaag (tip 3) is voor Willem de Ridder, de uitvinder van de Spiegologie, en Marinus Knoope, de ontdekker van de creatiespiraal, die mij geleerd hebben dat niets onmogelijk is als je maar in contact blijft met je gevoel. Zo, dat was kort (tip 1).

categorie: algemene zaken, schouderklopje

24 maart 2006

Think global, act local

Gisteravond was ik met kompaan Ritzo op een Studium Generale avond in Groningen met bovenstaande titel. Over globalisering, ondernemen en werk in Noord-Nederland. Moeten we bang zijn voor de Chinezen, de Indiërs en de Poolse loodgieters die onze banen inpikken. Drie inleidingen van lectoren van de Hanzehogeschool, die elk op een ander vlak goed waren. Hans Appel blonk uit als spreker. Zo geef je een presentatie! Ik neem aan dat zijn collegebanken tjokvol zitten. Harm van Lieshout had een afgewogen verhaal waarin hij een aantal mythes en vooroordelen doorprikte met behulp van feiten en cijfers. Goede economische argumentatie. En Hans Broekhuis had als verdienste dat hij concreet en actiegericht was.

Inhoudelijk waren de heren (en ook de panelleden en het grootste deel van de zaal) het roerend met elkaar eens. Arbeidsmigratie is geen probleem, maar zeer welkom. Het is juist een zwakte van Europa dat dertig jaar na de introductie van vrij personenverkeer nog maar twee procent van de EU-burgers buiten het geboorteland werkt. Vergelijk dat eens met de Verenigde Staten. Arbeidsmigratie leidt tot een efficiëntere allocatie van middelen en dus tot meer welvaart. En verder moeten we ons niet te veel focussen op loonkosten; het is veel belangrijker dat we onze kennis creatief inzetten om nieuwe, slimme producten te maken waaraan mensen, waar ook ter wereld, behoefte hebben. Alleen dan kunnen we profiteren van de globalisering. So far, so good.

Waar ik echter jeuk van kreegWat ik een beetje jammer vond was dat de aanwezigen over van alles wilden praten, maar niet over de vraag wat de Hanzehogeschool zou moeten doen om op de geschetste ontwikkelingen in te spelen. Op een enkele uitzondering na (Human Technology, Multidisciplinaire Informatica) leren de studenten nu helemaal niet om “hun kennis creatief in te zetten om nieuwe, slimme producten te maken”. Ze leren de dingen te doen zoals die altijd al gedaan worden. Marketing is een dik boek met een multiple choice tentamen. Een project is een verzonnen opdracht die binnen de schoolmuren tot een papieren rapport wordt uitgewerkt. En het kan zoveel beter! Kijk eens naar het MBO! Hier bijvoorbeeld, en hier en hier.

categorie: economie, onderwijs, noord-nederland, jeuk

22 maart 2006

Aan het werk, of anders ...

Niet te missen vandaag in het nieuws: het zwakzinnige idee van Sharon Dijksma om hoogopgeleide vrouwen een deel van de kosten van hun opleiding terug te laten betalen, als ze na hun studie niet kiezen voor een baan. Wij als maatschappij hebben die studie grotendeels betaald, dus mogen we er ook wat voor terug verlangen, vindt Sharon.

Nee, dat mogen we nu juist niet! We hebben ervoor gekozen om hoger onderwijs te subsidiëren, omdat het niet alleen goed is voor de student, maar ook voor het land. Beter opgeleide mensen zijn niet alleen betere arbeidskrachten, maar ook betere burgers. We subsidiëren om deze reden ook opleidingen met weinig of geen arbeidsmarktperspectief. En we subsidiëren niet voor honderd procent; de gemiddelde student spaart een aardige studieschuld bij elkaar. Ook dat is goed: het geeft een prikkel om goed na te denken bij de studiekeuze en bij de beslissing om al dan niet te gaan werken. Minder subsidie, hogere en gedifferentieerde collegegelden en een ruimere leenmogelijkheid zouden nog beter zijn, maar in grote lijnen hebben we niet zo’n slecht systeem.

Sharon Dijksma wil niet dat subsidies terecht komen bij mensen die dat niet “verdienen”. En volgens goed PvdA-gebruik grijpt ze dan niet naar het prijsmechanisme als instrument, maar naar controle en boete. Onuitvoer­baar, natuurlijk. Wat doe je met vrouwen die part-time werken? Of die onder hun niveau werken? Of in een vak dat niets met de studie te maken heeft? Vrouwen – en mannen – die emigreren?

Snel weg met dit idee. En zo niet, dan weten we er nog wel een paar. Boetes voor:

  • Iedereen die naar een gesubsidieerde theatervoorstelling gaat en in de pauze in slaap valt;
  • OV-jaarkaarthouders die autorijden;
  • Museumjaarkaarthouders die niet naar het museum gaan, en natuurlijk:
  • Vrouwen die wel gratis de pil slikken, maar niet neuken.
categorie: economie, onderwijs, jeuk

21 maart 2006

De Poolse loodgieter


Stel u heeft een hoveniersbedrijf. Een eenmanszaak. Op een goede dag ontdekt u dat Duitse hoveniers aanzienlijk meer vragen voor hun dienstverlening. U volgt een opfriscursus Duits, trekt de stoute schoenen aan en begeeft u op de markt over de grens. Na een paar dagen folderen en adverteren wordt u echter gebeld door een officieel klinkende Duitser. “U vraagt 30 euro per uur. Dat mag niet. Volgens onze sociale wetten moet u 50 euro per uur vragen.” “Maar dan ben ik net zo duur als de rest. Dan krijg ik geen klanten.” “Ja, genau.”

Stel u heeft een aannemersbedrijfje. Om een goede kwaliteit te kunnen leveren werkt u samen met gespecialiseerde timmerlieden, metselaars en installateurs. U kiest voor zelfstandigen zonder personeel, zzp ‘ers. Want die werken hard, nemen hun eigen gereedschap mee en als ze ziek zijn hoeft u ze niet te betalen. Zo kunt u als klein bedrijfje concurreren met de grotere jongens. Hun personeel kost per uur weliswaar minder dan uw zzp’ers, maar door hoger ziekteverzuim, meer overhead en een lagere productiviteit zijn ze toch duurder uit. Totdat uw zzp’ers op een dag melden dat ze voortaan een veel hoger bedrag in rekening moeten brengen. U bent niet meer concurrerend en u zult u, samen met uw voormalige zzp’ers, moeten inschrijven bij het arbeidsbureau. In de hoop om bij zo’n groot, inefficiënt bedrijf in loondienst te kunnen komen.

Flauwekulverhalen? Niet als het aan de FNV ligt.Eenmansbedrijfjes moeten tegen minimumtarieven hun diensten gaan aanbieden. De FNV wil dat in cao's vastleggen. Met een bodem in de prijzen moet oneigenlijke concurrentie door Poolse en andere zelfstandigen uit de nieuwe EU-landen worden tegengegaan”, zo stond deze week in de krant. Als econoom hoor je dan alle alarmbellen rinkelen. Oneigenlijke concurrentie? Hoezo? Deze zzp’ers zijn in Nederland ingeschreven en moeten dezelfde belastingen, premies en heffingen betalen als hun autochtone concurrenten. Minimumtarieven zijn slecht voor de economie. Ze hebben, net als alle minimumprijzen, de eigenschap om de enige tarieven te worden. Minder vragen mag niet en meer vragen is jezelf uit de markt prijzen. Weg concurrentie, weg ondernemerschap. Hebben we in Nederland net voor elkaar dat makelaars en notarissen moeten concurreren, wil de FNV de klok weer terugdraaien. De consument is de dupe, want die betaalt uiteindelijk de hogere prijzen. En wie moet hier eigenlijk beschermd worden? De Nederlandse zzp’er? Is de FNV zich aan het voorbereiden op een fusie met MKB-Nederland?

Een tweede nieuwsbericht brengt misschien wat duidelijkheid. “Poolse ondernemers hebben hun Turkse collega's verdrongen als het gaat om de grootste groep buitenlanders die in Nederland een eigen bedrijf beginnen. Vorig jaar schreven 2600 Polen zich met een eigen zaak in bij de Kamer van Koophandel.” Dat komt niet doordat de Polen nu zo’n bijzonder ondernemend volkje zijn, maar doordat het voor Polen vrijwel onmogelijk is om hier als werknemer aan de slag te gaan. Dankzij een lobby van onder meer – u raad het al - de FNV hebben Polen en inwoners van andere nieuwe lidstaten wat dit betreft in Nederland minder rechten dan Fransen of Duitsers. Maar ze komen toch. Als zzp’ers. Zonder minimum­loon of ontslagbescherming. En dat probeert de FNV nu tegen te gaan met een middel dat veel erger is dan de kwaal.

Laat die Poolse werknemers gewoon binnen. Dan vallen ze onder de cao en kosten ze net zoveel als Nederlanders. Hoeft de FNV zich niet meer druk te maken over oneigenlijke concurrentie. Ik voorspel dat de Poolse inschrijvingen bij de Kamer van Koophandel dan snel zullen opdrogen. En ik voorspel ook dat veel werkgevers bij gelijke loonkosten liever Polen in dienst nemen dan Nederlanders. Mag de FNV alvast gaan verzinnen hoe dat komt.

categorie: economie, ondernemen

16 maart 2006

Werken is niet leuk - en vrouwen zijn slim

Opmerkelijk persbericht van het Centraal Planbureau (CPB) vandaag: als vanaf 1 januari aanstaande de buitenschoolse kinderopvang in Nederland eindelijk een recht is (scholen moeten het verzorgen als ouders er om vragen), zullen hoogstens een paar duizend vrouwen extra aan het werk gaan. In Nederland werken 4,2 miljoen mannen en 3,2 miljoen vrouwen. Beleidsmakend Nederland had bedacht dat dat komt doordat de schooltijden nog steeds uitgaan van een moeder die thuis zit, om twaalf uur een broodje smeert en om half vier de thee inschenkt. Als de school nu maar van half acht 's ochtends tot half zeven 's avonds voor de kinderen zorgt, dan gaan al die moeders aan het werk, was het idee. Niet dus. De verklaring van het CPB is vrij simpel: de moeders die heel graag willen werken en zij die om financiële redenen wel moeten, zijn al lang aan de slag. Ze regelen iets met ouders of buren, houden er logistiek zeer geavanceerde haal-en-breng schema's op na, halen zich veel stress en kosten op de hals, maar: ze regelen het. En die andere moeders? Die vinden het wel best. Ze werken in deeltijd of helemaal niet en zien hun kinderen opgroeien. En ze kunnen het zich blijkbaar permitteren dankzij die man die op zondag het vlees komt snijden.

Vreemd? Ouderwets? Ik denk het niet. Ik denk dat die moeders slim zijn. Werken is namelijk lang niet altijd leuk. Een op de drie Nederlanders is ontevreden met zijn werk. Moeilijk te begrijpen misschien voor een beleidsmedewerker (5000 euro voor 36 uur per week), maar voor veel mensen is werken een noodzakelijk kwaad. Iemand die dat wel begrijpt is Herman Wijffels. Als we willen dat mensen later met pensioen gaan, moeten we het werk leuker maken, zegt Wijffels. Inderdaad. En als we willen dat meer vrouwen meer werken moeten we het werk leuker maken, in het bijzonder voor vrouwen.

Vragen die overblijven: vinden mannen hun werk wel leuk, of offeren ze zich op? Hoe maken we het werk leuker? Hoe maken we het werk voor vrouwen leuker? Hebben we hier misschien iets aan?

categorie: economie

09 maart 2006

Economie is een moeilijk vak

In het prachtblad Consigne, dat meestal ongelezen op de koffietafel blijft slingeren, staan deze maand belangwekkende artikelen over "onderwijs en bedrijfsleven", een thema dat mij zeer interesseert. Maar daarover een andere keer. Nu even over het interview met Peter Leeflang in ditzelfde nummer. Professor Leeflang wordt daarin geciteerd met een sombere kijk op de Nederlandse economie:

"Een van de bedenkelijke signalen, in economisch opzicht, is het verdwijnen van vitale bedrijfsonderdelen naar het buitenland. (...) Het kan niet zo zijn dat we afzakken naar een service-economie. Je zult toch productie moeten behouden, alleen al om de zorgen van de vergrijzende samenleving betaalbaar te houden."
Professor Leeflang is al dertig jaar hoogleraar aan de economische faculteit in Groningen, dus het zal wel aan de journalist liggen, maar het is natuurlijk grote onzin wat daar staat:
  1. Het idee dat sommige sectoren inherent beter zijn dan andere is 17de eeuws, mercantilistisch gedachtengoed. Sinds Adam Smith en David Ricardo weten we beter. Het gaat erom dat er geproduceerd wordt waar de markt om vraagt én dat de productie daar plaats vindt waar de bedrijfstak in kwestie comparatieve voordelen ondervindt. De dienstensector is niet inferieur aan de industrie - integendeel, zou ik bijna zeggen: in de waardeketen van een willekeurig product wordt meestal de meeste waarde toegevoegd door de sienstensector. Simpel gezegd: van de 800 euro die je voor een laptop betaalt komt slechts een klein deel in China terecht, en een veel groter deel bij de partijen die de software en de distributie verzorgen.
  2. Het idee dat er een tegenstelling bestaat tussen het economisch belang van Nederland en dat van het buitenland is al niet veel moderner. Economie is geen zero sum game, waar de winst van de een het verlies van de ander is. Het hier niet uitgesproken, maar nauw verwante, idee dat we met de export van iets (producten!) onze welvaart moeten verdienen, is duidelijk onzin: de aarde als geheel exporteert niets en toch is de welvaart de laatste eeuwen flink gestegen.
  3. Het verband tussen de productie van goederen en het betalen van de vergrijzing ontgaat mij volledig. De werkelijke vraag is of de toegevoegde waarde van de werkenden groot genoeg is om de kosten van de niet-meer-werkenden te kunnen dragen. Of die toegevoegde waarde ontstaat in de industrie of in design, verzekeren, software-ontwikkeling of wat dan ook is totaal niet relevant.
Waarom vind ik dit belangrijk genoeg om een kwartier te zitten tikken? Omdat dit soort interviews voer zijn voor beleidsmakers die zitten te springen om argumenten om met subsidies de suikerindustrie, de aardappelzetmeelindustrie en wat voor outdated bedrijfstak dan ook in stand te houden - in plaats van vernieuwing en ondernemerschap te stimuleren.

categorie: economie, jeuk

02 maart 2006

Reis om de wereld met Flickr

Een van mijn favoriete internet tools is Flickr, het online-fotoalbum van Yahoo! Niet dat het nu direct onmisbaar is om mijn eigen foto's op te slaan of te delen (schijf- en webruimte genoeg), maar het heeft iets onweerstaanbaars om door andermans kiekjes te bladeren. Zelfs al zijn dat voor negentig procent lelijke foto's van lelijke mensen, kinderen en huisdieren. Al bladerend besef je al snel dat alles op de wereld dat het fotograferen waard is, al honderden malen gefotografeerd is. Waarom zelf nog een foto maken van de Sagrada Familia (4616 foto's), de Ka'aba (69) of het Anne Frankhuis (197)?

Judith, een Amerikaanse dame die op vakantie op Hawaii haar digitale camera inclusief 500 verse foto's kwijtraakte, deed hier haar voordeel mee. Ze reconstrueerde haar trip met behulp van Flickr en maakte een reisverslag met andermans foto's van haar belevenissen ...

Het enige zwakke punt van Flickr (wat deze toepassing betreft dan) is dat je afhankelijk bent van de discipline van anderen om een adequate beschrijving of "tag" aan hun foto's te koppelen. Anders is het zwemmen in een zee van ansichtkaarten. De volgende stap is natuurlijk dat Flickr de foto's zelf automatisch gaat indexeren aan de hand van beeldherkenning. Wat er technologisch nu al kan, kun je zien bij Riya, een kersverse concurrent van Flickr.

categorie: internet, schouderklopje